Beschrijving procedure van intakemoment tot studieplan
De werkgroep EVC- en vrijstellingenbeleid heeft in samenspraak met het Landelijk Overleg Examencommissies (LOEx) van de lerarenopleidingen de handreiking voor EVC-assessments aangevuld met een hoofdstuk voor examencommissies. Een EVC-assessment kan leiden tot vrijstelling van leeruitkomsten of onderwijseenheden. De examencommissie geeft opdracht tot uitvoering van een EVC-assessment. Vandaar dat dit addendum is toegevoegd. Hiermee is de beschrijving van de EVC-procedure compleet. In de handreiking staat nu de gehele procedure beschreven: van intakemoment tot studieplan, inclusief de rol van de examencommissie.
Bekijk de Handreiking EVC-assessments
Hoe ziet de procesgang eruit?
In de handreiking is een procesgang uitgezet. De eerste stap van de kandidaat begint met het ontvangen van voorlichting op de opleiding. Een EVC-intaker doet een passend voorstel aan de kandidaat voor een of meerdere mogelijke opleidingsroutes. De kandidaat kan hier een keuze uit maken. Als een kandidaat eerder verworven competentie heeft, dan kan hij een EVC-assessment aanvragen. De kandidaat maakt een portfolio en de EVC-assessor maakt een beoordeling van het assessment op basis van het landelijk beoordelingskader dat is opgenomen in de handreiking. Vervolgens wordt dit voorgelegd aan de examencommissie en die kan dan een besluit nemen over het valideren en vrijstellen van onderdelen uit de opleiding.
Procesgang
Vertaling van assessment naar studieplan
Wat heeft de examencommissie nodig om tot het besluit van valideren en vrijstellen te komen? Als eerste de vertaling van het EVC-assessment naar het studieplan van de student. Verder moet de examencommissie zijn besluit kunnen relateren aan het toetsprogramma dat is opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de verschillende opleidingen. Dit alles gebeurt conform het vrijstellingenbeleid van LOEx. De afname van een EVC-assessment kan voor de poort en dit kan resulteren in vrijstelling voor zowel bepaalde leeruitkomsten als onderwijseenheden na de poort. In het geval een opleiding werkt met leeruitkomsten, dan kan een assessor ook na de poort eerder verworven competenties valideren.
Welke actoren zijn van belang?
In het beoordelingskader zijn verschillende actoren van belang: de kandidaat, de EVC-assessor, de EVC-intaker, de opleiding en de examencommissie. De examencommissie wijst examinatoren aan voor de rol van EVC-assessor. De EVC-intaker voldoet aan het profiel uit de handleiding. De opleiding moet voor de start van de EVC-assessments de vertaling hebben gemaakt van de drie bekwaamheidseisen naar de eigen leeruitkomsten of onderwijseenheden. Dit zodat na ieder assessment de vertaling voor de specifieke student gemaakt kan worden die weer kunnen leiden tot vrijstellingen. De examencommissie borgt de kwaliteit. Een van de instrumenten daarbij is het aanwijzen van examinatoren. Het is belangrijk dat alle actoren van meet af aan betrokken zijn bij het proces.
De werkgroep EVC- en vrijstellingenbeleid onderhoudt contact met diverse gremia als het gaat om input. In de twee klankbordgroepen EVC-beleid en Vrijstellingenbeleid zitten een brede vertegenwoordiging van management en experts van verschillende hogescholen. Sinds kort heeft de werkgroep intensiever contact met een aantal werkgroepen die betrokken zijn bij de uitvoering van het bestuursakkoord. Met de werkgroep Professionalisering lerarenopleidingen voor het verwezenlijken van het EVC-assessment: hier zijn professionele EVC-intakers en EVC-assessoren voor nodig. Daarnaast is er regelmatig contact met de werkgroep Werken met leeruitkomsten en de werkgroep Juridische, organisatorische en financiële zaken. Vanzelfsprekend heeft de werkgroep contact met het Landelijk Overleg Examencommissies (LOEx) van de lerarenopleidingen. Ook is er contact met de landelijke vakoverleggen en dan met name van de tweedegraadslerarenopleidingen. Regelmatig contact is er met de landelijke opleidingsoverleggen, zoals LOVM, LOBO en ADEF, maar ook met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vanwege de regelgeving. Inmiddels zijn er een drietal landelijke presentaties van de werkgroep geweest voor onder andere lerarenopleiders. Op de verlanglijst staat meer contact met het scholenveld.