‘Zij-instroom in Beroep pabo vereist goed plannen en organiseren’

Sandra Alderliesten werkt als leerkracht in het speciaal onderwijs op een cluster 4 basisschool en volgt als cursist het traject Zij-instroom in Beroep (ZiB) aan de pabo van Hogeschool InHolland. Zij is er in februari 2024 mee gestart.

Sandra heeft als vooropleiding sociaal pedagogische hulpverlening gedaan en werkte al eerder bij Inholland in de pedagogische ondersteuning. ‘Ik gaf bij mijn werkgever aan dat ik meende dat er voor mij meer in zou zitten dan ik op dat moment deed. Vervolgens kreeg ik het aanbod om de zij-instroomopleiding te volgen. Ook bood de werkgever mij een andere functie aan’, vertelt zij.

Voortraject
InHolland heeft een samenwerkingsovereenkomst met onze basisschool. ‘Zodra je op deze school aangeeft je de zij-instroom te willen doen, word je automatisch ingeschreven bij InHolland. Ik ben er gewoon open in gegaan’, blikt zij terug. ‘Ik heb het voortraject eerst doorlopen om te bekijken of ik überhaupt tot het traject zou mogen worden toegelaten. Daarbij gaf Inholland ook voorlichting over de inhoud van de opleiding. Ik heb daarin heel bewust gedacht dat het traject voor mij haalbaar zou zijn. Ik had dan weliswaar geen keus wat betreft hogeschool, maar ben er wel met volle overtuiging aan begonnen.’

Ik ben met volle overtuiging aan het traject Zij-instroom in Beroep begonnen

Leercoach en praktijkbegeleider
De basisschool van Sandra maakt deel uit van iHub onderwijs & familiezorg. iHub fungeerde als schakel tussen de hogeschool en haar en andere zij-instromers. ‘Ook regelde iHub onze aanmelding bij Inholland. Ik hoefde niets zelf uit te zoeken, dit werd allemaal voor me gedaan’, zegt zij. Eenmaal gestart met de opleiding kreeg Saskia vanuit InHolland een leercoach toegewezen. De basisschool wees haar directe collega toe als praktijkbegeleider. Vanaf de start van de opleiding kreeg Sandra allerlei verantwoordelijkheden op school toegewezen, die zij deelde met haar collega. ‘Er worden dus wel echt dingen van mij verwacht. Maar dat is ook goed, want ik heb het nodig om opdrachten vanuit de opleiding te kunnen doen’, stelt zij vast.

Zelfstandig en in eigen tempo
Sandra loopt iets voor op de planning omdat zij voor een aantal vakken vrijstellingen heeft gekregen tijdens het voortraject. ‘Ik kon dan ook vooruit gaan werken zodat mijn tweede halfjaar wat makkelijker zou worden. Die is namelijk vanuit de opleiding best wel vol gepland’, vertelt zij. ‘Alleen kun je sommige praktijkbeoordelingen niet naar voren halen, omdat daar een bepaalde volgorde in zit. Maar ik zou bijna alle theorievakken zelfstandig en in mijn eigen tempo kunnen doen. Ik moet voor zo’n vak dan een vakdossier, een soort portfolio, inleveren. Daarmee toon ik aan hoe ik de geleerde theorie toepas in de praktijk.’ Daarnaast moet Sandra een aantal tentamens doen over kennis die je je zelfstandig eigen maakt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de landelijke toetsen over rekenen/wiskunde, taal, Nederlands als tweede taal, ontwikkelingspsychologie, leerpsychologie en passend onderwijs. ‘Die toetsen moet je zelf plannen, verdeeld over de twee jaar van de opleiding.’ Het enige vak waarvoor zij extra ondersteuning wilde was bij rekenen/wiskunde.

Door vrijstellingen tijdens het voortraject kon ik vooruit werken

Geschiktheidsonderzoek
Sandra doorliep ook het geschiktheidsonderzoek. Dat is een assessment dat je doorloopt wanneer je met een 'zij-instroom in het beroep' traject je bevoegdheid wilt halen. ‘Ik vond dat heel spannend! Omdat anderen na het assessment zeggen of je goed genoeg bent voor de opleiding én het beroep van leraar. Het is echt erop of eronder’, vertelt zij. ‘Zo moest ik bijvoorbeeld de Wiscat-toets halen, die was voor mij toch best een drempel. Daarnaast moest ik een portfolio maken, met bewijsmateriaal waarom ik dacht dat ik de opleiding zou kunnen halen. Op de dag van het assessment moest ik bovendien een aantal casussen uitschrijven. Dat was in een toetsachtige setting, waarin je ter plekke, met de kennis die je al had, moest reageren op die casussen. De dag werd afgesloten met een gesprek. Gelukkig kreeg ik op de dag zelf nog de uitslag.’

In de opleiding zitten drie praktijkbeoordelingsmoment, waarin de opleiders een bepaald onderdeel van de opleiding in de praktijk beoordelen. ‘Het eerste onderdeel was pedagogisch handelen, waaronder de relatie met je groep leerlingen. In aanloop naar het assessment was er ook lesbezoek door opleiders van InHolland. Zij stelden daarbij vast dat ik het vereiste niveau van pedagogisch handelen al liet zien. Daardoor hoefde ik dat onderdeel niet meer te volgen. En dat gaf mij meer tijd om lekker vooruit werken’, glimlacht zij.

Eigen onderwijspraktijk
Bij bijna alle vakken mag Sandra haar onderwijspraktijk gebruiken om haar dossiers te vullen. Alleen voor bewegingsonderwijs moest zij naar een reguliere school. ‘Omdat je daarvoor les moest geven aan een groep van tenminste 25 leerlingen, en die heb je in het speciaal onderwijs niet’, licht zij toe. ‘Maar de docent keek goed met mij mee voor welke onderdelen van het vak bewegingsonderwijs ik wel op mijn eigen school kon doen. Daardoor kon ik spelactiviteiten in mijn groep uitvoeren. Ook voor muziek was de docent meedenkend. Ik kon namelijk voor dat vak niet garanderen dat alle instrumenten heel terug zouden komen, je werkt toch met een bepaalde doelgroep. We hebben vervolgens samen een opdracht bedacht die aan de eisen voldeed, maar wel cluster 4 proof was.’

Juist het feit dat je veel zelf moet uitzoeken, stimuleert de groepsvorming

Elkaar opzoeken en helpen
Ook al zijn de verschillen tussen de cursisten van het ZIB-traject aan de pabo van Hogeschool InHolland groot, zij voelen wel sterk de behoefte om elkaar op te zoeken. ‘Als ik zelf een bepaald vak had gehaald en zag dat een medestudent bij dit vak vastliep, probeerde ik wel te helpen’, vertelt Sandra. ‘En andersom ook. Ik vond de wiskundetoets heel moeilijk en ben daar de eerste keer dan ook voor gezakt. Daarop werk ik geholpen door een medestudent die daar heel goed in was. Ik denk dat juist het feit dat je veel zelf moet uitzoeken de groepsvorming stimuleert. Als alles wordt voorgekauwd heb je elkaar minder nodig. Maar daar staat tegenover dat je goed moet kunnen plannen en organiseren om de opleiding te doen. Het vraagt écht bepaalde vaardigheden en discipline van jezelf om de opleiding zo zelfstandig te kunnen doen. Maar als je dat kunt, dan kan ik de opleiding beslist aanbevelen!’


Dit interview maakt deel uit van deze publicaties in het kader van de afsluiting van het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen:

Zie ook deze video over de lerarenopleiding via Zij-instroom in beroep bij Hogeschool Inholland.